In de jacht op de perfecte kandidaat lijkt het wel of er
steeds meer zekerheden worden gezocht. Dit vertaalt zich naar het steeds verder
detailleren van functie-eisen.
Als voorbeeld een tijdelijke vacature voor een logistiek
manager met als hoofdtaak de materiaalvoorziening te optimaliseren. Naast een logistieke opleiding was, volgens de vacatureomschrijving, ervaring met het
optimaliseren van een Kanban-inrichting (een methodiek, waarbij gebruik wordt
gemaakt van buffervoorraden en waarbij het leegraken van de buffer gebruikt
wordt als trigger voor herbevoorrading) een absolute must.
Een leuke opdracht, alleen waarom dient de persoon die
dit gaat doen beslist een logistieke opleiding te hebben gehad en persé
ervaring te hebben met een Kanban-inrichting? Zonder iemand tekort te willen
doen: zo gecompliceerd is het allemaal niet. De benodigde buffervoorraad is
slechts afhankelijk van de omloopsnelheid van het product en van de (afspraken
omtrent) levertijd en minimale afname bij de leverancier. Meer niet. Wanneer
iemand dat principe begrijpt en dit kan vertalen naar een praktische oplossing is
dat ruim voldoende om deze opdracht tot een succes te maken.
Waarom worden dan toch dit soort eisen gesteld? Enerzijds
omdat er gezocht wordt naar houvast. Kennelijk is de gedachte daarbij dat hoe
meer en specifieker de eisen, hoe groter de kans dat een juiste selectie
gemaakt wordt. Anderzijds komt dit,
doordat de opsteller van de vacatureomschrijving vaak iemand anders is dan de
vacaturehouder. Hierdoor is voor het opstellen van een goede tekst kennisoverdracht
nodig. Vaak beperkt zich dit echter tot het noemen van een aantal steekwoorden,
die dan vervolgens tot functie-eisen verheven worden.
Op deze wijze geselecteerde kandidaten voldoen zelden aan de
verwachting. Dit komt doordat het goed vervullen van een functie geen
opeenstapeling is van het uitvoeren van kunstjes, maar het vermogen om het doel
van een functie te begrijpen en daar een praktische invulling aan te geven.
Daarom een tip. Selecteer niet op steekwoorden, maar
op kennis van de principes die belangrijk zijn voor de functie en stel in een
interview dusdanige vragen dat duidelijk wordt of de kandidaat deze principes daadwerkelijk
begrijpt. Neem vervolgens de kandidaat aan die hier blijk van geeft, los van
het feit of deze kandidaat het certificaat of de specifieke ervaring heeft. Het
vergroot de kans op succes.
donderdag 29 augustus 2013
donderdag 22 augustus 2013
Toeschouwen of meespelen?
Bij bijna elke motivatietraining komt de vraag of stelling wel
een keer aan de orde: “je staat nu als toeschouwer aan de zijlijn langs het
veld, maar zou je niet veel liever op het speelveld staan?” Als goed deelnemer
van de training hoor je nu een volmondig “ja” te geven.
Hoezo? Waarom zou iedereen altijd op het veld moeten willen
staan? Daar heeft lang niet iedereen altijd zin in en is ook lang niet altijd
nuttig. Het kan soms veel interessanter zijn om niet op het veld te staan, maar
te aanschouwen wat er allemaal gebeurt. En je te verbazen. Over de spelers of
diegenen die daarvoor door willen gaan.
Wat dat betreft is toeschouwen vaak veel leerzamer dan op
het veld staan. Het is de ultieme vorm van helikopter view. Gewoon kijken wat
er gebeurt en welke positie de spelers (willen) innemen. Wie is er spits of wil
dit zijn, wie is aanvoerder in naam en wie in werkelijkheid (vaak niet dezelfde
persoon!), wie is er keeper en wie reserve. Ook interessant: wat is de invloed
van de trainer en wie luistert er wel en wie niet. Alles bij elkaar levert het
een duidelijk beeld van hoe de informele organisatie op het veld in elkaar steekt.
Wie de haantjes zijn, wie de beïnvloeders zijn en wie de meelopers. Kortom, wat
de pikorde is.
Binnen een organisatie werkt dit hetzelfde. Vandaar
dat ik als consultant ook niet altijd op het veld wil staan. Ik wil weten hoe
de informele organisatie is, zodat ik weet wanneer en wie ik moet wisselen. In
een verandertraject of reorganisatie is dit een doorlopend proces. Vanwege de
veranderingen verandert het spel en de samenstelling van de spelers
voortdurend. Welke invloed dit heeft is als speler niet te overzien. Dit kan
alleen op afstand. Als toeschouwer. In een skybox.
donderdag 8 augustus 2013
Code rood voor eigen verantwoordelijkheid
Enkele weken geleden heb ik een blog geschreven met
betrekking tot waar in de werkomgeving verantwoordelijkheden belegd zouden
moeten worden. De huidige trend is om dit, zoals dat zo mooi heet, ‘zo laag
mogelijk in de organisatie’ te doen. Nog steeds een nobel – en haalbaar –
streven.
Daarom is het hoog tijd deze onzin af te schaffen. Mensen weten zelf wel dat ze water moeten drinken als het warm is, zich warm moeten kleden als het koud is en voorzichtig moeten rijden als het glad is.
Hoe wonderlijk is het dan, dat in de privéomgeving exact het
omgekeerde gebeurt. De ene na de andere organisatie en (lokale) overheid voelt
zich geroepen codes rood, oranje en geel over het land af te roepen, aangevuld met
smogalarmen, zwemwaterkwaliteitsalarmen en ‘de-trein-rijdt-minder-of-helemaal-niet’
alarmen. Dit alles vergezeld van adviezen met betrekking tot wat te doen en te
laten.
Het roept de vraag op waar in de privéomgeving de eigen
verantwoordelijkheid eigenlijk blijft. Er zijn inmiddels zoveel alarmen, waarschuwingen
en raadgevingen, dat niemand zelf nog ergens over na hoeft te denken. Hoe kan
dan verwacht worden, dat mensen dit in hun werkomgeving wél zullen doen? De
werkomgeving is immers een afspiegeling van de maatschappij…Daarom is het hoog tijd deze onzin af te schaffen. Mensen weten zelf wel dat ze water moeten drinken als het warm is, zich warm moeten kleden als het koud is en voorzichtig moeten rijden als het glad is.
Geef mensen in hun privéomgeving de verantwoordelijkheid zelf
na te denken en beslissingen te nemen terug. Dit zal uitstralen naar de
werkomgeving en een positieve bijdrage leveren aan het doel
verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie te beleggen.
Abonneren op:
Posts (Atom)