Onlangs verscheen een artikel van PW de Gids met de
prikkelende titel “werkgever doet maar wat bij reorganisatie”. In het artikel wordt de directeur van
Yacht geciteerd met de bewering dat hem het gevoel bekruipt dat veel
organisaties worden geleid onder het mom van ‘we doen maar wat’.
Hoewel ik dat gevoel herken, vind ik het iets te kort door
de bocht. Het is mijn ervaring dat veel organisatieleiders (met een beetje
hulp) over het algemeen heel goed weten waar ze naar toe willen. Waar het
meestal aan ontbreekt is het vermogen om de te varen koers, met bijbehorende
veranderingen, op een dusdanige wijze uit te zetten, dat deze breed draagvlak
krijgt. Met andere woorden: het ontbreekt aan goed verandermanagement.
Dit is echter heel hard nodig. Mensen hebben namelijk van
nature de neiging om elke verandering, hoe klein ook, al snel als een
bedreiging te zien. Dit geldt voor een koerswijziging binnen een bedrijf niet
anders. Veel medewerkers zien een voorgenomen koerswijziging als een risico dat
vermeden dient te worden, daarbij genereus ondersteund door vakbonden en
wetgeving.
Indien een koerswijziging niet op een juiste wijze wordt gecommuniceerd,
gepresenteerd en gemanaged, zal het hele bedrijf dientengevolge op de rem gaan
staan en wordt het doorvoeren ervan een onhaalbare zaak. In een poging toch nog
íets van de voorgenomen koerswijziging door te voeren en tegelijkertijd
iedereen tevreden te houden, gaan organisatieleiders vervolgens schipperen en
laveren. Het resultaat is dat het lijkt alsof er maar wat gedaan wordt.
Het schipperen en laveren gaat door, totdat - zoals het
artikel ook meldt - het bedrijf het water aan de lippen staat en rigoureuze
maatregelen nodig zijn.
De directeur van Yacht pleit ervoor om dit vóór te zijn en “acht de tijd rijp voor reorganisaties
‘nieuwe stijl’ waarbij er geen periodieke reorganisaties meer plaatsvinden,
maar waar veel meer op continue basis gelaveerd wordt en aanpassingen worden
doorgevoerd om de koers te richten naar de stip op de horizon”.
Dat juich ik van
harte toe, met dien verstande dat wel in acht genomen dient te worden dat ook
deze ‘stip op de horizon’ niet
statisch is. Deze stip komt namelijk voortdurend met rasse schreden dichterbij
en alleen door hem telkens opnieuw weer op de horizon te leggen, kan een
omgeving gecreëerd worden waarin continu kleine aanpassingen doorgevoerd worden
en grote periodieke reorganisaties vermeden worden.
In het verlengde van deze discussie is het eigenlijk vreemd,
dat bedrijven bij reorganisaties pas een beroep doen op verandermanagers. Om
continu kleine koerswijzigingen te kunnen doen teneinde de stip op de horizon
te houden en een reorganisatie te vermijden, zou verandermanagement niet een
competentie moeten zijn, die in geval van nood ingehuurd wordt. Het zou in elke
organisatie ingebed moeten zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten